Binnen fotograferen zonder flits

Ik ben geen fan van flitslicht, en zeker niet van het licht dat op de standaardflitsers van veel camera’s zit. Met flitsen krijg je vaak raar belichte foto’s, last van schaduwen, en een verstoorde witbalans. Bovendien trek je in openbare ruimtes alle aandacht met een felle flits, en op sommige locaties, zoals bijvoorbeeld musea, is het ook nog eens vaak niet toegestaan. Nu kun je natuurlijk een dure (externe) flitser en een setje reflectieschermen kopen. Maar gelukkig kan je met een beetje goede camera en vooral de juiste instellingen vaak ook binnen mooie foto’s maken zonder gebruik te maken van een flitser.

Je hoeft geen superdure camera te hebben om binnenshuis zonder flitslicht goede foto’s te maken. Wel is het nodig dat je je camera-instellingen goed hebt. Het gaat dan om de mate van ISO, het diafragma en de sluitertijd. Voor mooie foto’s binnen is het dus nodig dat je camera in elk geval een manuele modus heeft waarbij je de instellingen voor je belichting zelf kunt regelen.

Uitproberen

Het vergt enige oefening om snel de juiste instellingen voor binnenfotografie te vinden. Omdat geen enkele situatie binnenshuis dezelfde is, moet je vaak ter plekke gewoon uitproberen wat de beste foto oplevert. Een donkere kroeg is immers weer anders dan een sfeervol verlicht restaurant, en je eigen huiskamer heeft weer een heel andere belichting dan een ruim opgezet en licht museum.

ISO

Als basisinstelling raad ik je aan om je camera voor fotografie binnenshuis op de volledig manuele modus of op sluitertijdvoorkeur (S of Tv) te zetten. De ISO houd ik zelf graag zo laag mogelijk om ruis te voorkomen. Die zet ik dan ook in op de hoogst mogelijke acceptabele instelling, welke dat is verschilt een beetje per camera. Moderne camera’s kunnen ook met een relatief hoge ISO nog scherpe beelden opleveren. Wat je (bij de meeste camera’s) ook kunt doen is de ISO op een bepaalde range zetten, zo hoef je deze niet per foto te bepalen. De camera kiest dan zelf de benodigde ISO-waarde met de bovengrens die je zelf instelt. Je kunt je dan zelf volledig richten op de sluitertijd en het diafragma. In mijn geval, de Sony A7 III, kies ik vaak voor maximaal 1000 of 1250 in standaardsituaties, maar met uitschieters naar ongeveer 6400.

Sluitertijd en diafragma

Na het vastzetten van de ISO gaan we de sluitertijd bepalen. Afhankelijk van het omgevingslicht stel je die in, waarbij je met behulp van je histogram of gewoon door de zoeker kunt zien of het beeld te donker of te licht wordt. Als je in de sluitertijdvoorkeurstand werkt kiest de camera zelf een passend diafragma. Werk je in de volledig manuele stand, dan kun je zelf ook het diafragma aanpassen. Hoe wijder de opening (laag f-getal), hoe lichter het beeld. Maar let ook op, want met een wijd diafragma krijg je kleine scherptediepte. Hoe hoger het diafragma, hoe scherper het beeld over het gehele gezichtsveld wordt (tot de optimale f-waarde van je lens). Met een kleine scherptediepte kun je trouwens makkelijk sfeer toevoegen aan een foto, doordat de achter- of voorgrond dan onscherp is en alle aandacht naar één element op de foto kan uitgaan. Dat pakt binnenshuis en in omstandigheden met weinig licht vaak goed uit. Je krijgt dan mooie bokeh, waarbij kleine lichtbronnen zoals kaarsen zachte rondjes worden.

Voor de sluitertijd moet je ook aan de ondergrens denken, die hangt af van de mate van beeldstabilisatie die je camera (of je lens) in zich heeft, van de brandpuntsafstand van de gebruikte lens, en natuurlijk van het feit of je een statief gebruikt of niet. Zonder statief zou ik in elk geval niet onder de éen zesde van een seconde gaan bij een normale groothoeklens (voor full frame ongeveer tot 35mm). Voor bewegende onderwerpen (mensen, dieren), gebruik je ook liefst een veel kortere sluitertijd (bijvoorbeeld minimaal een vijftigste maar liefst zelfs een honderdste), omdat je anders de kleine bewegingen (armen, benen, gezicht, ogen) als onscherpte op de foto krijgt.

Maak gebruik van omgevingslicht

Dat je binnenshuis minder licht hebt, wil niet zeggen dat er geen licht is. Kies voor perspectieven waarbij je zoveel mogelijk gebruik maakt van het licht dat wel beschikbaar is. Heb je bijvoorbeeld lampen die een bepaalde kant op schijnen en je wilt portretfoto’s maken, zorg dan dat het licht op het hoofd gericht staat. Hetzelfde geldt voor licht dat via ramen naar binnen schijnt.

Voorbeelden

Beelden zeggen vaak meer dan woorden. Hieronder daarom wat voorbeelden met toelichting. Klik op de foto’s voor meer exif-informatie.

Horeca

Kroegen en restaurants zijn lastige omstandigheden om foto’s te maken. Schroef de ISO wat op als je met name (bewegende) mensen wilt fotograferen, waarbij de sluitertijd vrij kort moet zijn. Met een open diafragma kun je meer van de sfeer pakken doordat de achtergrond onscherp wordt.

Musea

In een museum is vaak relatief veel licht, met ook nog extra spotjes op de kunstwerken gericht. Flitsen is in een museum vaak uit den boze, vanwege de kwetsbaarheid van de kunst. Met een beetje geluk kan je de sluitertijd sneller dan een tiende van een seconde houden en de ISO ook nog vrij laag, zodat je niet teveel ruis krijgt.

Kerken

In oude kerken is vaak van alles te zien en vind je veel interessante onderwerpen voor een foto. Kerken zijn echter soms lastig om van binnen op de foto te zetten. Ook hier wil je liever niet flitsen. Ze zijn vaak vrij donker binnen, maar hebben imposante glas-in-loodramen wat een relatief groot contrast oplevert. Bij de ene belichting krijg je de binnenkant er goed op, maar worden de ramen overbelicht. En richt je je juist op de ramen, dan valt het interieur te donker uit. In onderstaand geval heb ik de ISO-waarde vrij hoog gehouden met 800, en de belichting met name op de prachtige ramen afgestemd. De schaduwen kun je later met bijvoorbeeld Lightroom wel wat lichter maken.

Mensen binnenshuis

Binnen in een huis mensen op de foto zetten kan een behoorlijke uitdaging zijn. Alles hangt af van hoeveel licht er is. Op donkere dagen in de winter en ’s avonds bij kunstlicht moet je je ISO zo hoog mogelijk zetten (zolang de ruis acceptabel blijft) om goede portretten op te leveren. Overdag gaat het iets makkelijker, zorg dan dat je dicht bij ramen en andere lichtbronnen fotografeert. Houdt de sluitertijd zo kort mogelijk om bewegingsonscherpte van jezelf of van het onderwerp dat je op de foto zet te voorkomen. Met een open diafragma kun je mooie scherptediepte en bokeh creëren. Als je, rond de kerstdagen bijvoorbeeld, op de achtergrond kleine lichtjes zoals kaarsjes of kerstversiering in beeld neemt, dan worden dat mooie zachte rondjes.

Product en food

Het in huis fotograferen van producten en recepten is een vak apart. Voor echt professionele fotografie kun je kijken naar een kleine mobiele studio. Maar je kunt bijvoorbeeld ook, zoals we voor Frankrijk Puur hebben gedaan, zelf een ‘backdrop’ maken, ook wel ‘foodbord’ genoemd. Met een beetje handig gebruik maken van invallend zonlicht door de ramen van bijvoorbeeld je woonkamer kom je dan een heel eind, zoals je bij de foto’s hieronder kunt zien.

Witbalans

Bij indoor-fotografie is het lastig om de witbalans op je camera goed in te stellen. Daarom is het het makkelijkst als je in RAW fotografeert. Dan kun je later op de computer met een programma als Lightroom de witbalans handmatig goed trekken. Het komt vaak voor dat foto’s wat gelig worden, maar dat is op de computer gelukkig gemakkelijk te verhelpen. En kom je er echt niet uit, dan is het altijd een laatste redmiddel om een foto in grijswaarden of zwart-wit om te zetten. Dat geeft ook weer een heel eigen sfeer aan een foto.

Abonneer je op de nieuwsbrief met gratis fotografietips

Martijn

Geschreven door

Bonjour! Ik ben Martijn. Al jarenlang maak ik foto's, onder meer voor mijn reisblog Frankrijk Puur. Op Photographe deel ik al mijn tips en mooiste foto's ter inspiratie.

1 reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *